'We vieten gewoon twee jongens bij d'n erm'

Albert van Schijndel en Dora Wapstra 60 jaar getrouwd

SINT -OEDENRODE – Aan het eind van de negentiende eeuw, in 1883. trouwden Bertje en Leentje van Schijndel. Op hun zeventigste trouwdag, begin jaren vijftig van de vorige eeuw behoorden Albert van Schijndel uit Heeswijk-Dinther en Dora Wapstra uit de Rooise buurtschap Kofferen tot de feestgangers. Binnenkort in het 21ste jaar van de 21ste eeuw vieren Albert en Dora hun eigen zestigjarig huwelijksfeest. De tijd is voorbij gevlogen.

Het feest van Bertje en Leentje was niet zomaar een feest. Het bruiste op de Markt in Rooi, er was een optocht en de harmonie trok voorbij. De jonge Albert was er met een kameraad, Dora was samen met een vriendin. “We gingen achter de harmonie aan en vieten twee jongens bij d’n erm,” vertelt Dora.

Na een tijdje zwieren achter de harmonie ging het viertal op de Lindendijk uit elkaar. “Maar hij kwam ’s zondags alweer terug,” lacht Dora.

'Het was een mooi meidje'

“Dat had je gevraagd,” zegt Albert. Maar hij hoefde er niet echt over na te denken. “Het was een mooi meidje,” zegt hij. Ze spraken af aan de Lindendijk, maar na een paar keer vroeg moeder Wapstra Albert gewoon bij hun thuis te komen. “Sindsdien plekte het,” zegt Albert en kwamen ze erachter dat ze allebei bij De Sok in Schijndel werkten zonder dat ze elkaar door ooit waren opgevallen. Albert zat in de onderhoudsploeg en Dora naaide naden in nylonkousen.

De verkering duurde maar liefst negen jaar. Albert moest na het begin van de verkering in militaire dienst. Maar uiteindelijk trouwden ze in 1961. Dora stopte snel na haar huwelijk bij het bedrijf. Niet met werken. Tot haar zeventigste was ze coupeusenaaister. Er zijn heel veel Rooienaren die kleding droegen van Dora. “Ze maakte ook van oude jassen nieuwe kinderjasjes,” zegt Albert.

Het echtpaar heeft twee kinderen. “Die hebben allebei een goeie baan,” zegt Albert trots.

De Narrekap

Albert en Dora van Schijndel waren actief bij carnavalsvereniging de Narrekap. Ze behoorden tot de eerste leden. “Ik was geloof ik nummer negen en Dora nummer tien,” zegt Albert. Van Schijndel was een tijdje voorzitter en onder zijn leiding groeide de vereniging zo snel dat er zelfs een ledenstop ingesteld moest worden. “We zijn er trots op dat we daar bij hebben mogen horen,” aldus Albert van Schijndel.

Dora is actief bij de gymclub. Maar dat ligt nu stil door de coronacrisis. Ze proberen samen in beweging te blijven via de bewegingslessen op televisie of via lange wandelingen.

Gevraagd naar markante dingen in hun leven hoeven Dora en Albert niet lang na te denken: dat was de zorg voor Joke .

Joke was de zuster van Albert. Ze was verstandelijk beperkt en woonde in een tehuis in Vught. De vader van Albert vroeg hem of hij haar bewindvoerder wilde worden. Van Schijndel had geen idee wat dat betekende. Hij begon er gewoon aan. Binnen korte tijd was hij betrokken bij de modernisering van wat hij “het gekkenhuis” noemt. “Dat heette zo vroeger,” zegt Van Schijndel. Hij kwam zelfs in het bestuur terecht.

Knopendoos

Dora sloeg ook meteen de hand aan de ploeg, ze begon de cliënten te kleden. “Als ik er was zat ik meteen met een knopendoos voor me, want er was altijd wel ergens een knoop af,” vertelt Dora.

Het echtpaar is dankbaar dat het al die jaren dat werk heeft mogen doen. Albert heeft er uiteindelijk een koninklijke onderscheiding voor gekregen.

Eeuwige dankbaarheid kreeg Albert van iemand uit Cuijk die hij tijdens een jeu de boulewedstrijd het leven redde toen die man een hartstilstand kreeg. “We hebben nog contact met die mensen,” zegt Dora.

Een zestigjarig huwelijksfeest zit er niet in. Geen harmonie op de Markt. De Knoptoren was al afgehuurd, maar dat is uitgesteld. Komende zondag hebben de kinderen iets georganiseerd. Nog tien jaar en ze gaan Bertje en Leentje achterna als het om een huwelijksjubileum gaat. “Dat zou toch wat zijn,” zegt Albert van Schijndel.

Dora Wapstra en Albert van Schijndel