'Trots dat er geen polarisatie is in de raad'

Op 16 maart 2022 kiezen de inwoners van Meierijstad een nieuwe gemeenteraad. Bijna vijf jaar geleden werd de eerste gemeenteraad van de nieuwe gemeente Meierijstad geïnstalleerd. De toen gekozen volksvertegenwoordigers zetten samen de toon voor de bestuurscultuur in de fusiegemeente. Nu de verkiezingscampagnes beginnen sprak Omroep Meierij met de tien fractievoorzitters, negen mannen en één vrouw. Hoe hebben zij die allereerste bestuursperiode uit de geschiedenis van Meierijstad ervaren? Wat ging er goed, wat kon beter? Hoe ziet de toekomst van Meierijstad eruit?

(Door Jan de Vries)


MEIERIJSTAD – Het CDA Meierijstad voert campagne met filmpjes waarin de partij laat zien wat er de afgelopen vijf jaar is bereikt. Hele tastbare zaken. Wie fractievoorzitter Johan van Gerwen vraagt waar hij het meest trots op is, krijgt geen voorbeeld van een sportveld, een wijkgebouw of een zwembad. Van Gerwen is er vooral trots op dat de gemeenteraad in goede harmonie tot belangrijke besluiten is gekomen. “Er is geen sprake van polarisatie en ik ben er misschien wel het meest trots op dat wij daar mede sturing aan hebben gegeven,” zegt hij.

De CDA-politicus blijkt de verpersoonlijking te zijn van de slogan “de kracht van samen” die de gemeente voert. “Er is weinig gekissebis in de gemeenteraad,” zegt hij. Dat klinkt als eenheidsworst, als partijen die inwisselbaar zijn. “Helemaal niet,” zegt Johan van Gerwen. “In harmonie samen werken betekent niet dat je allemaal dezelfde mening hebt. We luisteren heel goed naar elkaar. We staan regelmatig lijnrecht tegenover bijvoorbeeld de SP of Hart, zelfs tegenover onze coalitiepartijen en dat wordt van elkaar geaccepteerd. Dat zijn bepaalde omgangsvormen in de raad en ik denk dat dat mede te danken is aan onze bestuurders die daarvoor open staan. Daarmee krijg je een sfeer van prettig besturen.”

‘We hebben een vuist kunnen maken’

De CDA-politicus kijkt tevreden terug op de fusie van Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode. Van Gerwen: “De reden waarom we Meierijstad hebben gewild was vergroting van de bestuurskracht. Ik denk dat we daar zeker in zijn geslaagd. Wij hebben een behoorlijke vuist kunnen maken in de regio. Tijdens bijvoorbeeld de coronacrisis keken gemeenten in de regio en zelfs vanuit Den Haag naar het beleid van Meierijstad. In het verleden werd er nooit gevraagd: wat doet Schijndel, wat doet Sint-Oedenrode, wat doet Veghel? Dat waren kleine dorpen. Den Bosch keek naar Oss en Uden. Nu wordt er echt gevraagd: wat doet Meierijstad? Wij spelen mee in dat geografische spel. En daardoor wordt het voor onze ambtenaren ook makkelijker om een telefoontje met hun Haagse collega’s te plegen.”

‘Dit was ons al individuele gemeenten nooit gelukt’

De vraag is natuurlijk wat de inwoners daarvan vinden, die willen graag bestuur dichtbij. Van Gerwen erkent dat dat een proces is dat nog steeds gaande is. “Maar ik denk,” zegt hij, “dat we uiteindelijk de burgers beter kunnen bedienen. De vraagstukken die op een gemeente afkomen worden steeds ingewikkelder. Als er vroeger één ambtenaar bij de gemeente Schijndel ziek was dan was die afdeling dicht. Dat kan in de huidige tijd niet meer. Als je bijvoorbeeld kijkt wat wij onze burgers bieden op het gebied van WMO dan denk ik dat dat de individuele gemeenten nooit was gelukt.”

'Verscheidenheid zal nooit verdwijnen'

Meierijstad is een gemeente met dertien kernen die ogenschijnlijk als los zand aan elkaar hangen. Van Gerwen realiseert zich dat die verscheidenheid nooit zal verdwijnen. Daar is zijn partij ook niet op uit. Zijn motto is: samen doen wat samen kan. Van Gerwen moest ooit naar een bijeenkomst in Boerdonk, ook gemeente Meierijstad. “Ik dacht daar kan ik vanuit Schijndel op de fiets naar toe. Dat was de eerste en de laatste keer dat ik op de fiets ging,” zegt de CDA-fractiefvoorzitter. Waarmee hij maar wil zeggen dat de fysieke afstanden binnen Meierijstad groot zijn.

‘We hebben vlees op de botten’

De afgelopen vijf jaar waren vooral in het begin wennen. Er zat een gemeenteraad met mensen uit alle windstreken van wat Meierijstad was geworden. Vooral de eerste twee jaar was het aanpoten om alle regels van de drie voormalige gemeenten in elkaar te schuiven. Daarna kon de blik op de toekomst gericht worden. De ambities zijn groot. Drie nieuwe zwembaden, nieuwe scholen, een Omnipark in Erp, wegen, enzovoort. Dat kost heel veel geld.

Johan van Gerwen maakt zich geen zorgen dat dat op de lange termijn niet gefinancierd kan worden. “We hebben al jaren structureel geld over. Onze reserves zijn goed. We hebben best wat vlees op de botten. Bij al die grote investeringen op het gebied van woningbouw en energie zit natuurlijk ook rijksgeld. Daarnaast moet je kijken naar creatieve manieren om dat allemaal te kunnen betalen. Het is niet iets waar je als politicus direct mee wil strooien, en je moet er heel voorzichtig mee zijn maar we zitten nog wel vrij laag aan de OZB-kant,” zegt Van Gerwen. Hij voegt eraan toe dat de opbrengst van een eventuele OZB-verhoging wel ten goede moet komen aan alle kernen van Meierijstad.

‘We zijn een dorpenstad’

Waar staat Meierijstad volgens Johan van Gerwen in 2030. Er volgt een lange stilte. Hij neemt de tijd om na te denken. “Ik denk,” zegt hij uiteindelijk, “dat wij dan een gemeente moeten zijn waarin een inwoner zich herkent. Ik verwacht geen volledige samenhang binnen Meierijstad. Het zou al mooi zijn als we als dertien kernen van elkaar leren. De gemeente moet dat vooral faciliteren. We moeten zorgen dat kinderen naar school toe kunnen, dat school, sport, zwembad dichtbij zijn en dat mensen die hulp nodig hebben, hulp kunnen krijgen. En ik zou het fijn vinden als het gemeentehuis een prettige plek is om naar toe gaan, fysiek of digitaal. Dat mensen goed bij de hand genomen worden en zich gehoord voelen. Als je dat in een gemeente als Meierijstad voor elkaar krijgt dan heb je het goed gedaan.”

Van Gerwen vindt dat Meierijstad mee moet in de vaart der volkeren, maar hij wil geen stadse fratsen, zoals de CDA’er het noemt. Meierijstad hoeft van hem geen universiteit binnen te halen, bijvoorbeeld. “We zijn met ruim 80duizend inwoners wel een grote speler in Brabant. Wij moeten in de regio en landelijk zichtbaar zijn. Daar hebben we nog wel wat dingen te winnen. Dat wil niet zeggen dat onze wethouders voortdurend naar Den Haag moeten. Ze horen vooral hier te zijn. We moeten ons ook weer niet groter voordoen dan we zijn. We zijn een dorpenstad.”