Probleemjongeren vaker thuis geholpen; 1,5 miljoen bespaard

MEIERIJSTAD – De gemeenten in Noordoost-Brabant zijn tevreden over de manier waarop zij samen de jeugdhulpverlening hebben aangepakt nadat die door het rijk aan die gemeenten was gedelegeerd.

Dat blijkt uit een evaluatierapport dat ze hebben laten maken. Volgens dat rapport zijn meer jongeren met een probleem geholpen en is er ook nog eens zo’n anderhalf miljoen euro bespaard. De besparing is vooral bereikt omdat jongeren meer thuis en in gezinshuizen worden behandeld dan in GGZ-instellingen.

Pleeggezinnen


Dankzij die samenwerking zijn hulpverleners in de regio er vooral in geslaagd jongeren meer thuis te behandelen waardoor ze niet hoefden te worden opgenomen in een GGZ-instelling. Ook plaatsing in pleeggezinnen ging vlotter. Een groot deel van de kostenbesparing is daaraan te danken, want het kost minder een kind thuis te behandelen dan in een instelling.

De jeugdhulpverlening is er vorig jaar ook in geslaagd meer jongeren in gezinshuizen te plaatsen. Ook dat is een stuk goedkoper dan een GGZ-instelling.

In Noordoost-Brabant zijn zoveel mogelijk teams samengesteld waarin diverse hulpverleners samenwerken.

Geen plek


In totaal is er vorig jaar 36 keer ingegrepen in gezinnen waarvan een kind grote problemen had. In vijftien gevallen werd voorkomen dat het uit huis geplaatst moest worden. In drie gevallen lukte dat niet. In de gevallen waarin het niet lukte bleek er voor die jongeren geen opvang te zijn. In sommige gevallen was het zelfs zo dat aanbieders terughoudender werden in het verlenen van hulp om niet de 24 uur zorg op zich hoeven nemen.

De onderzoekers constateerden ook dat het moeilijk is normaal begaafde jongeren met een probleem, bijvoorbeeld autisme, bij een zorginstelling onder te brengen. Daar moet iets voor geregeld worden, zeggen de onderzoekers, want die zorg is van groot belang om gezinnen te ontlasten.