Open Huis: Woodstock aan de Dommel

Het Open Huis in Rooi; historisch tijdsbeeld van jongerencultuur

SINT-OEDENRODE – Sommige mensen kunnen zich nog herinneren dat Rooi een bijzonder jongerenhonk heeft gehad, genaamd het Open Huis. Dat is nu 50 jaar geleden. Het had voor buitenstaanders een mysterieuze sfeer.

Het leek een soort vrijstaat waar de jeugd elkaar kon ontmoeten en hun gang kon gaan met een eigen en alternatieve levensstijl. Daar hoorde zeker ook experimenteren met drugs bij. Muziek was essentieel. De toenmalige jongeren van het eerste uur halen hun herinneringen op aan deze periode. Ze vonden vrijheid en verbondenheid en hebben nu nog goede onderlinge contacten.

Cor van Mosselveld en Wilma Brugman waren Open Huizers van het prille begin. “Van de gemeente hoefden we geen vereniging of stichting op te richten”, herinnert Cor zich. “We hoefden ook niet te vertellen wie de leiding had. Die was er namelijk niet. De enige regel die we opgelegd kregen was dat een penningmeester de financiën bij moest houden. En er moest iemand zijn met een horecavergunning. Verder werden we helemaal vrij gelaten.” Wilma woonde eerst in Amsterdam en hoorde dat er in Rooi een soort Paradiso zou komen. “Dat leek me geweldig”, vertelt ze. Ik was meteen verkocht. Het was een beetje onze huiskamer. We verzonnen daar activiteiten en maakten plannen als we daar toevallig zin in hadden.”

Jan Habraken (met stropdas en zonnebril) als eigenaar van het Open Huis tijdens het 12 1/2 jarig jubileum

De periode van het Open Huis in Rooi duurde ongeveer 25 jaar en past mooi in het toenmalige tijdbeeld. In de woelige naoorlogse zestiger jaren klinkt in de westerse wereld alom de roep om meer vrijheid. Jongeren roeren zich. Men voelt zich niet prettig in het keurslijf van de vorige generatie. Men wil meer openheid en zelf vorm en inhoud geven aan hun leven en toekomst.

In het Brabantse dorp Sint-Oedenrode, gelegen aan de rivier de Dommel, is het leven gemoedelijk en rustig. Hier geen krakersrellen, Vietnam-protesten en provobeweging. Maar toch klinken de geluiden van de buitenwereld door. Er is niet veel te beleven in het dorp. De pastoor en burgemeester zijn de bepalende autoriteiten. In cafés heerst wat gezelligheid met oude mannen aan de toog of het biljart. De jeugd kan terecht bij de harmonie, het voetbal en enkele verenigingen zoals scouting en sport. Er is een jeugdsoos gevestigd in het patronaatsgebouw. Keurig gereguleerd met beperkte openingstijden en een glaasje fris.

Met dit leven als achtergrond ontstaat het Open Huis. Enkele jongeren ontmoeten elkaar eerst in cafetaria Van Engeland aan de Borchmolendijk. Niet alleen voor een biertje, maar vooral ook voor de aanwezige jukebox met nieuwe eigentijdse muziek. Geweldig leuk vonden ze het daar. Rustig wat kletsen aan de formica tafeltjes met een biertje en de ‘nieuwste’ muziek uit de kast. Van Engeland stelt de ruimte van een voormalige bakkerij beschikbaar als jeugdsoos Pa-let. De jongeren zelf richten deze in met een tap, een toog en een paar krukken. Druk werd het er echter niet.

De eerste activiteit was een recordpoging drummen. Hierdoor ontstonden nieuwe contacten en er kwam een wens op tafel: een ruimte voor alle jongeren in Rooi. Een ‘Open Huis’, een soort underground centrum, met stadse ambities. Een aantal initiatiefnemers gingen aan de slag, samen met enkele vooruitstrevende personen uit de Rooise gemeenschap. Ze lobbyden en legden contacten met de gemeenteraad. Uiteindelijk kregen ze toestemming een voormalige smederij, in eigendom van de familie Habraken, te huren. Door verder te onderhandelen kreeg de groep toestemming voor een jongerencentrum en een kleine startsubsidie voor de verbouw en inrichting.

Viering 10-jarig jubileum Open Huis

Een flinke groep van bouwvakkers, fabrieksarbeiders, studenten en kantoormensen ging aan het werk om alles te realiseren. Ene Bert(us) had de leiding. Hij zorgde voor een fatsoenlijke bouwtekening en wist wat er moest gebeuren. Er verscheen een groot bord aan de gevel met een oproep aan de bevolking om het Open Huis te helpen met geld, lampen en sanitair. Daar stond ook ’love’ op geschreven. Het Open Huis moest een ruimte worden voor iedereen. Alle rangen en standen, alle leeftijden en alle rassen waren welkom. Een Open Huis voor alle mensen. Een ruimte voor ontmoeting, discussie en creativiteit zonder commerciële doeleinden.

Op zaterdag 28 februari 1970 is het eindelijk zover. Het Open Huis start met een grandioze session-avond. Er komen artiesten als Cees le Mair uit Eindhoven en eigentijds kunstenaar Gerrie de Gooyer uit Helmond. Er worden protest- en luisterliedjes gedraaid en Hein de Vos uit Helmond bespeelt aparte instrumenten. De daarop volgende zondagmiddag worden genodigden en belangstellenden in de gelegenheid gesteld om het gebouw van binnen te bezichtigen. Op zondagavond wordt het openingsfestijn afgesloten met een stereo-uitzending van de beatopera Tommy van de Who, compleet met lichtshow.

Er komt een voorlopige leiding, gesteund door een groep adviseurs die het Open Huis een warm hart toedragen. Een kerngroep van jongeren houden het Open Huis draaiende. Bijna dagelijks is de groep aanwezig. Het wordt een hechte club en er ontstaat een ‘familiegevoel’. Met elkaar delen ze eigentijdse ideeën en organiseren ze activiteiten. Kunstenares Sjaan de Jong uit Sint-Oedenrode en Noud geven teken- en schilderles in het Open Huis. Er zijn muziekexperimenten. Er worden sprekers uitgenodigd, zoals Jules Deelder. Het Magisch theater komt met muziek, dans en spel. Ook organiseert het Open Huis een kindervoorstelling met poppenkast en een vaste avondopenstelling voor de jeugd tot zestien.

Opening Open Huis in 1970. Oproep tot spullen en liefde.

Het Open Huis voorziet in een behoefte en een groot aantal jongeren voelt zich er echt thuis. Uit de gemeenschap komen wel eens kritische geluiden. Er zou sprake zijn van drugsgebruik. Veel aantijgingen zijn terug te voeren op de wat afwijkende normen van de jongeren met hun typische haardracht en kleding. Een evaluatieverslag uit die periode, mede vormgegeven door stagiaires van de Sociale Academie Eindhoven, beschrijft dat het ‘drugsprobleem’ door alle partijen sterk is overtrokken. De kerngroep van het Open Huis nodigt iedereen uit zelf eens een kijkje te komen nemen en met de kerngroep in gesprek te gaan.

Met de grote groep vaste bezoekers is het meestal goed vertoeven in het Open Huis. Er wordt gekletst en er zijn heftige discussies. Muziek en spelletjes voeren de boventoon. De Kicks (een van de eerste beatbands in Rooi) treden op en houseband VIDO uit Weert zorgt voor snoeiharde, maar fantastische optredens. Natuurwandelingen en heerlijke zomerse picknicks worden georganiseerd. Zeer actief is de Open Huis voetbalclub met coach Achmed. Ze spelen in een vrije competitie met steun van supportersvereniging RIANANS. Belangrijk was ook een harde kern van toerfietsers die heel wat kilometers rijden in de eigen omgeving en ver daarbuiten. Jaren later ontstaat er een motorrijdersclubje, dat enige tijd een bloeiperiode beleeft. Een eigen toneelgroep speelt mooie vertolkingen en straattoneel. Dio Obers speelt veel kleine shows. Tijdens de jaarlijkse Rooise wielerronde is er in het Open Huis een kleedruimte. Er is een Kerst-in, er zijn lezingen en forumavonden over de volkstelling, ontwikkelingshulp, kernenergie, drugs, een keuzeplan nieuwe woongebieden Rooi en een speelgoedactie voor de kindercrèche.

Met enige regelmaat wordt er vergaderd. Meestal over enkele heikele onderwerpen zoals poetsen, de actuele stand van zaken, activiteiten en de financiën. Iedereen die er op dat moment is vergadert mee. En zo draait het door. Het is kort gezegd een gezellige bende in positieve zin. Op een luie en warme zondagmiddag op de bank bij de Molenwiel. Een sigaretje en een flesje bier of fris. Kijkend naar passanten en de in- en uitgaande bezoekers. Diezelfde avond nog zijn er felle discussies aan de bar over het voetbal, Koot en de Bie en daarna de politiek. Dit gaat door tot laat in de avond. Soms komt huisbaas Jan nog langs. Gezeten op een sleetse bank vertelt hij zijn verhaal. Jan vindt het Open Huis prachtig en kan mooi vertellen. Uitdagend legt hij op zijn leeftijd nog het been in de nek. En niemand van het jonge volkje doet het hem na. Zo, weer een pilsje verdiend. Een andere trouwe fan is Jan Merkx, de hofleverancier van het Open Huis en door iedereen Eddie genoemd. Een fijne man die het Open Huis wist te waarderen en vond dat je zo goed met jongeren kon praten. Hermes gaf daar de volgende woorden aan “Hier is een mens meer mens.”

Tags