Hogere straf geëist tegen Veghelse verdachte Posbankmoord

Den Haag - Het Openbaar Ministerie eist in hoger beroep 20 jaar gevangenisstraf tegen de 47-jarige Souris R. uit Veghel voor zijn aandeel in de zogeheten Posbankmoord die in 2003 gepleegd werd. Dat is twee jaar meer dan waartoe de man door het gerechtshof in Arnhem was veroordeeld. De verdachte en zijn advocaat stellen dat de bekentenis van Souris R. onder grote druk is gedaan en daarom niet als bewijst kan dienen.

De man uit Veghel werd in maart 2018 samen met een medeverdachte uit Boekel, Frank S. (60), veroordeeld voor de moord op Alex Wiegmink uit Drempt. Volgens de advocaat-generaal doet de straf van 18 jaar geen recht aan de ontwrichting van de levens van de nabestaanden. Bovendien noemt het OM de brute houding van de verdachte tijdens het proces eveneens een reden tot strafverzwaring.

Hoge Raad

De Hoge Raad heeft bepaald dat de zaak van het gerechtshof in Arnhem over moest worden gedaan omdat onderzocht moet worden of undercoveragenten destijds niet teveel druk op de man uit Veghel hebben uitgeoefend om een bekentenis af te leggen. De undercoveragenten deden zich voor als drugshandelaren en beloofden R. een drugsdeal die alleen kon doorgaan als hij de moord zou bekennen.

Tijdens de vorige beroepszaak eiste het OM tegen beide mannen 16 jaar cel wegens gekwalificeerde doodslag, maar het hof achtte moord bewezen en legde daarom een hogere straf op.

Volgens het OM is er geen sprake van een te grote druk. Dat de sfeer tijdens de gesprekken niet gespannen was zou volgens het OM blijken uit opnames. Dat R. een groot geldbedrag van 75.000 euro is voorgespiegeld, is volgens de aanklager niet aannemelijk. R. kreeg per dag betaald voor zijn klusjes.

R. is tijdens het undercovertraject in 2016 misleid, erkent het OM. “Hij is meegegaan in het verhaal en gaf openheid van zaken.” Maar de undercoveragenten bemoeiden zich volgens het OM niet met de inhoud van de bekentenis. Als hij niet zou bekennen zou dat ook geen negatieve consequenties voor hem hebben, stelt de advocaat-generaal.

Volgens het OM kan R. ook zonder bekentenis worden veroordeeld omdat er meer bewijsmateriaal ligt, waaronder DNA-sporen van R. op een achtergelaten muts op de plaats van het misdrijf. “Ik heb strikt genomen zijn bekentenis niet nodig”, aldus de advocaat-generaal vandaag in Den Haag.

Verweer advocaat

n. Advocaat Drummen stelde dat de methoden van de undercoveragenten niet deugen en daarom niet als bewijsmateriaal kunnen dienen. "Waarom worden methodieken die in de verhoorkamer verboden zijn wel toegestaan in een undercovertraject?", vroeg de advocaat zich hardop af. Ook het feit dat de verdachte tijdens de bekentenis onder invloed was van alcohol en drugs maakt volgens de advocaat de bekentenis onbetrouwbaar. Met het overige bewijsmateriaal van het OM, zoals DNA-sporen en de verklaringen van de al tot achttien jaar celstraf veroordeelde Frank S., kan volgens Drummen geen gekwalificeerde doodslag bewezen worden.

Onschuldig

Tot slot kwam ook de verdachte zelf aan het woord. Van die gelegenheid maakte hij uitgebreid gebruik met een verweer van 7 bladzijden. Zijn belangrijkste boodschap: ik zit al vier jaar onschuldig vast.

Het gerechtshof doet op 26 februari uitspraak.