Feest in het Wijbosch, zuster Egberta Baltussen 100 jaar
Haar geheim: “gezond leven en blijven eten”
WIJBOSCH - Op vrijdag 4 juli was het feest in verpleeghuis Sint Barbara. Zuster Egberta Marie Baltussen uit Schijndel vierde een bijzondere mijlpaal: haar 100ste verjaardag. Burgemeester van Meierijstad Kees van Rooij bracht de eeuweling een bezoek en bood de zuster naast een bloemetje ook een foto van koning Willem Alexander en koningin Maxima met gelukwensen aan. “Die gaan we inlijsten” was de reactie van zuster Egberta.
Na een drankje en gebak met de andere Zusters van Liefde was er een korte eucharistieviering in de kapel. ‘s Middags werd het feest afgesloten met een feestje voor de familie.
Zuster Egberta
Zuster Egberta Baltussen is op 4 juli 1925 geboren in Sint Anthonis. Ze was de derde in een boerengezin met zes broers en vijf zussen. Op 4 februari 1950 trad zij in bij de Zusters van Liefde in Schijndel. Zuster Egberta heeft gewerkt in het Lidwina Ziekenhuis in Schijndel, waarna zij de zorg kreeg over leerling-verpleegkundigen in Geldrop.
Zambia Afrika
In 1964 werd zij door de congregatie gevraagd om te gaan werken in Zambia. Daar heeft ze nog goede herinneringen aan: “Ik ben nadien nog een keer terug geweest en kijk daar met voldoening op terug. Ik vond het wel spannend om naar Afrika te gaan. Vooral omdat ik de taal niet sprak. Wat bijzonder was dat ik daar met de inwoners stenen heb gemaakt om woningen te bouwen. We groeven daarvoor kuilen in de grond die met klei werden gevuld. Als de klei dan hard was geworden, hadden we stenen. Er waren zo’n 80 tot 100 stenen nodig om een hutje te bouwen”. Op de vraag hoe ze aan de wijsheid kwam om stenen te maken is het antwoord: “Gewoon doen, en alles met de hand want er waren nog geen machines.”
Biefstuk of gehaktbal
Geen kunst om 100 jaar te worden. “Mijn moeder is het ook geworden”, zo lacht zuster Egberta. “Vooral blijven eten”, is haar geheim, “En gezond leven en niet bij de pakken neer gaan zitten.” Op de vraag van de burgemeester wat ze het liefst krijgt voorgeschoteld een biefstuk of gehaktbal is het antwoord dat ze dan toch maar voor het biefstuk kiest.
Sinds enkele jaren woont zuster Egberta nu in verpleeghuis Sint Barbara: “Ik ben altijd graag zelfstandig geweest, maar wonen in het moederhuis ging niet meer omdat ik meer zorg nodig heb. Ze is daar op haar plek tussen allemaal lieve zusters en goede zorg. “Ik heb een mooi leven gehad”, zo zegt een tevreden zuster Egberta.
Op weg naar voltooiing
Het aantal zuster van de congregatie Zusters van Liefde in het moederhuis aan de pastoor van Erpstraat neemt de laatste jaren snel af. In totaal wonen er op dit moment nog 27 zusters in het moederhuis en negen in het verpleeghuis Sint Barbara in Wijbosch. Moeder-overste zuster Agnes Vos, benoemt het naderende einde van de congregatie: “Op weg naar voltooiing”. Zuster Agnes: “We hebben het moederhuis enkele jaren geleden verkocht met de afspraak dat als er een appartement vrij komt en er geen nieuwe zuster meer komt wonen dat dan het appartement beschikbaar wordt gesteld aan iemand van buiten. En zo zijn we op weg naar voltooiing.“
Zuster Agnes vervolgd: “We worden ouder en we proberen ons leven nog zinvol te houden om er vooral voor elkaar te zijn. We hebben naar buiten toe geen contact meer met het onderwijs en ziekenhuizen. Dat is allemaal verleden tijd. We trachten elkaar nog de kwaliteit van leven te bieden zolang het nog kan. Het bij elkaar zijn, samen eten en 's middags nog gezamenlijke activiteiten doen geeft ons voldoening.”
Zuster Egberta
Zuster Egberta Baltussen is op 4 juli 1925 geboren in Sint Anthonis. Ze was de derde in een boerengezin met zes broers en vijf zussen. Op 4 februari 1950 trad zij in bij de Zusters van Liefde in Schijndel. Zuster Egberta heeft gewerkt in het Lidwina Ziekenhuis in Schijndel, waarna zij de zorg kreeg over leerling-verpleegkundigen in Geldrop.
Zambia Afrika
In 1964 werd zij door de congregatie gevraagd om te gaan werken in Zambia. Daar heeft ze nog goede herinneringen aan: “Ik ben nadien nog een keer terug geweest en kijk daar met voldoening op terug. Ik vond het wel spannend om naar Afrika te gaan. Vooral omdat ik de taal niet sprak. Wat bijzonder was dat ik daar met de inwoners stenen heb gemaakt om woningen te bouwen. We groeven daarvoor kuilen in de grond die met klei werden gevuld. Als de klei dan hard was geworden, hadden we stenen. Er waren zo’n 80 tot 100 stenen nodig om een hutje te bouwen”. Op de vraag hoe ze aan de wijsheid kwam om stenen te maken is het antwoord: “Gewoon doen, en alles met de hand want er waren nog geen machines.”
Biefstuk of gehaktbal
Geen kunst om 100 jaar te worden. “Mijn moeder is het ook geworden”, zo lacht zuster Egberta. “Vooral blijven eten”, is haar geheim, “En gezond leven en niet bij de pakken neer gaan zitten.” Op de vraag van de burgemeester wat ze het liefst krijgt voorgeschoteld een biefstuk of gehaktbal is het antwoord dat ze dan toch maar voor het biefstuk kiest.
Sinds enkele jaren woont zuster Egberta nu in verpleeghuis Sint Barbara: “Ik ben altijd graag zelfstandig geweest, maar wonen in het moederhuis ging niet meer omdat ik meer zorg nodig heb. Ze is daar op haar plek tussen allemaal lieve zusters en goede zorg. “Ik heb een mooi leven gehad”, zo zegt een tevreden zuster Egberta.
Op weg naar voltooiing
Het aantal zuster van de congregatie Zusters van Liefde in het moederhuis aan de pastoor van Erpstraat neemt de laatste jaren snel af. In totaal wonen er op dit moment nog 27 zusters in het moederhuis en negen in het verpleeghuis Sint Barbara in Wijbosch. Moeder-overste zuster Agnes Vos, benoemt het naderende einde van de congregatie: “Op weg naar voltooiing”. Zuster Agnes: “We hebben het moederhuis enkele jaren geleden verkocht met de afspraak dat als er een appartement vrij komt en er geen nieuwe zuster meer komt wonen dat dan het appartement beschikbaar wordt gesteld aan iemand van buiten. En zo zijn we op weg naar voltooiing.“
Zuster Agnes vervolgd: “We worden ouder en we proberen ons leven nog zinvol te houden om er vooral voor elkaar te zijn. We hebben naar buiten toe geen contact meer met het onderwijs en ziekenhuizen. Dat is allemaal verleden tijd. We trachten elkaar nog de kwaliteit van leven te bieden zolang het nog kan. Het bij elkaar zijn, samen eten en 's middags nog gezamenlijke activiteiten doen geeft ons voldoening.”