Een kijkje bij de Oekraïense vluchtelingen

MEIERIJSTAD – Begin maart 2022 kreeg het gemeentebestuur van Meierijstad het dringende verzoek van de landelijke overheid om lokaties in gereedheid te brengen voor de opvang van asielzoekers uit Oekraïne. Het toeval wilde dat de zusters Franciscanessen toen op het punt stonden hun moederhuis aan de Deken van Miertstraat tijdelijk te verlaten in verband met de sloop en nieuwbouw op hun terrein.

Drie dagen na het vertrek van de zusters naar hun tijdelijke onderkomen in het klooster in Wijbosch vestigden de eerste Oekraïense vluchtelingen zich in de leeggekomen kamers die met behulp van vele vrijwilligers inmiddels weer voor bewoning in gereedheid waren gebracht. In Schijndel schoot woningbouwvereniging Woonmeij de gemeente te hulp met 16 woningen in de wijk Hoevenbraak voor de tijdelijke bewoning door asielzoekers. Ook de Rabobank Sint-Oedenrode toonde zich begaan met het lot van de Oekraïense vluchtelingen en stelde het kantoorgebouw aan de Jan Tinbergenstraat ter beschikking.

Studie oppakken
Donderdag kreeg de pers een rondleiding door de accommodaties in Sint-Oedenrode en Veghel. Enkele Oekraïners vertelden in het Engels of met behulp van een tolk hun verhaal. Over het achterlaten van familie en vrienden, hun vlucht naar veilige Europese landen en hun tijdelijke verblijf daar. Om daarna door te reizen naar Nederland, naar Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode. Plaatsen waar ze in hun moederland nog nooit van hadden gehoord. Waar de studenten via internet hun studie aan de universiteit in Oekraïne proberen op te pakken en waar ze proberen deel te nemen aan activiteiten zodat ze hun ellende een beetje kunnen vergeten. Blij zijn ze met de geboden kansen hier in Nederland. Zoals Yana Peresypkina, die haar kinderen weer kan laten tennissen. Nu bij Tennis en Padel De Krekel in Mariaheide, waar ze volgens haar goed worden opgevangen.

Geen glazen bol
Ook de bij de asielzoekers betrokken ambtenaren van de gemeente Meierijstad zijn blij dat ze met hulp van heel veel vrijwilligers, de eerste nood hebben kunnen lenigen. “Je ziet dat de mensen hun plekje hebben gevonden en dat ze een beetje tot rust komen”, zegt Lisette van der Swaluw, die als projectleider namens de gemeente nauw betrokken is bij alle activiteiten. Op de vraag of er een kans is dat er nog eens zo’n vraag komt moet Lisette het antwoord schuldig blijven en zegt: “Een glazen bol hebben we niet. Wel zien we dat de stroom van vluchtelingen nog steeds toeneemt. We voldoen nu aan de eis van het Rijk, maar als er gevraagd wordt om bij te schakelen dan zullen we dat doen”.