Burgemeester kijkt terug op één jaar corona

MEIERIJSTAD – Op 7 maart 2020, nu ruim een jaar geleden, viel de eerste coronadode in Meierijstad te betreuren. Het onbekende, onzichtbare virus was definitief doorgedrongen in onze samenleving. Wat niemand ooit had kunnen voorzien gebeurde; een totale ontwrichting wereldwijd, ernstige zieken, hoge sterftecijfers, lege snelwegen en vliegvelden, isolatie en een landelijke lockdown.

Bijna iedereen weet nog precies waar hij of zij op dat moment was en wat men toen deed. Burgemeester Kees van Rooij stond aan het begin van een ongekende uitdaging. Hoe kijkt hij terug op één jaar leven met corona?

"Ik herinner me 2 maart vorig jaar nog heel goed. Toevallig was er op die dag een training crisismanagement gepland. Daarin spraken wij over de Coronapandemie. Toen vond ik het nog moeilijk voorstelbaar dat verantwoordelijkheden bij een landelijke overheid zouden kunnen komen te liggen. In Eindhoven kregen we uitleg over wat toen bekend was over corona en de mogelijke sterftecijfers.”

Uit het dagboek van de burgemeester

Op 7 maart viel de eerste corona-dode in Meierijstad te betreuren. Burgemeester Van Rooij schrijft hierover in zijn dagboek:

‘Dit is de 2e of 3e nationaal. Ik heb in het weekend contact met de familie en bespreek met hen wat er allemaal publicitair op hen af kan komen en of ze dat willen. Zij wensen terughoudendheid en dat is hetzelfde wat wij als gemeente willen: laat de getroffen families rouwen en vraag de pers dit te respecteren. ’

‘In de periode daarna komen Boekel, Uden en ook Erp volop in het nieuws en worden mensen op straat geïnterviewd, geven huisartsen, zorgmedewerkers en anderen hun mening. Ik doe dat bewust niet en zoek meer de mensen in de zorg, de pastoors en anderen telefonisch op om hen een hart onder de riem te steken.’

Alle activiteiten worden aangepast

Een geplande naturalisatiebijeenkomst gaat nog wel door, maar hierbij moet Kees van Rooij uitleggen dat handen schudden niet meer mag. “Daar moesten we enorm aan wennen. Zelfs premier Rutte zorgde hierbij voor een hilarisch moment.”

“De beginperiode was er een van heel veel onduidelijkheid, verwarring, machteloosheid en hoge sterftecijfers. Onze vraag was: Hoe krijgen we deze trein stilgezet? Maar ik voelde ook vechtlust als primaire reactie. Ik heb veel gezocht naar verbinding als belangrijkste rol van mij als burgemeester. Daarom heb ik veel gebeld met inwoners, bedrijven, huisartsen en bijvoorbeeld zorgmedewerkers.”

Wat blijft u het meest bij?

"Wat de mij het meest bij blijft is het enorme leed dat is veroorzaakt. Bijvoorbeeld bij het geen afscheid kunnen nemen van dierbaren en het geïsoleerd moeten leven. Maar ook de menselijke veerkracht en solidariteit blijft indrukwekkend. Het respect voor mensen die juist in de moeilijke periode opstaan en hulp verlenen."

Hoe kijkt u naar de toekomst?

“Hopelijk komt er snel een eind aan deze pandemie. Ik sprak vorige week met enkele horecaondernemers en merk wel dat hier en daar het water boven de lippen staat. Mensen willen uitzicht op een normaal leven waarin ze de draad weer op kunnen pakken. Dat wens ik iedereen toe!”