Appartementen Kloosterkwartier mogen doorgaan

VEGHEL - De bouw van twee appartementengebouwen in het Kloosterkwartier kunnen doorgaan. Deze week heeft de Raad van State bepaald dat de ingediende bezwaren tegen deze plannen door een omwonende in die omgeving, niet gegrond zijn.
In het Kloosterkwartier in Veghel mogen, zo hebben de zusters Franciscanessen besloten, diverse voorzieningen komen die bijdragen aan een beter/sociaal woon- en eefklimaat.

Zo mogen er maatschappelijke voorzieningen komen, woningen, zorgwoningen en kleinschalige horeca.
En ook andere activiteiten zijn toegestaan als ze passen binnen het zogenoemde Leefgoedconcept.
In het Masterplan Klooster Frannciscanessen Veghel' is bepaald dat in ieder geval minimaal 2500 vierkante meter aan maatschappelijke voorzieningen moet worden besteed en dat er maximaal 387 woningen kunnen komen, waarvan minimaal 125 woningen technisch geschikt moeten zijn om als zorgwoning te kunnen dienen.

Buitenbosje
In het plan is nu voorzien dat in het deelgebied 'buitenbosje' twee appartementengebouwen komen met een bouwhoogte van 17 en 20 meter.
Tegen die plannen was dus een bezwaarprocedure gestart omdat de betrokkene verwacht dat zijn woongenot op onaanvaardbare wijze wordt aangetast.
Zowel door de hoogte van de gebouwen als door het feit dat de bebouwing 5 meter meer naar voren komt dan nu het geval is aan de Meester van Coothstraat 9 en 11.

Ongegrond
De Raad van State stelt nu dat , gelet op de overige bebouwing in de omgeving met vergelijkbare maximale bouwhoogten, de ligging van het plangebied in het centrum van Veghel en de afstand van de woning van de bezwaarmaker tot de voorziene bebouwing, de gemeenteraad van Meierijstad naar het oordeel van de Raad van State mogen concluderen dat een bouwhoogte van 17 m respectievelijk 20 m geen onevenredige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat bij de woning van de bezwaarmaker. De gemeenteraad heeft daarbij ook mogen betrekken dat het daarbij gaat om twee gebouwen, waardoor niet sprake is van één gesloten bouwblok tegenover de woning van de bezwaarmaker', aldus de Raad van State.
DoelOok zegt de Raad van State nadrukkelijk dat de eventuele nadelige gevolgen die de bouw van de appartementengebouwen kan hebben voor de bezwaarmaker niet in verhouding staan tot de met het plan te dienen doel.
En dus kan de realisatie van de twee appartementengebouwen worden voortgezet.